Baka Bana is een Surinaams en Javaans gerecht dat vaak wordt gegeten als snack, maar het ook perfect doet als bijgerecht bij bijvoorbeeld nasi of bami. En natuurlijk andere hoofdgerechten uit de Surinaamse en Indonesische keuken.
Het lijkt in principe op de normale gebakken banaan, de pisang goreng, en toch is baka bana compleet anders door het gebruik van de pindasaus.
De baka bana is in feite een combinatie van banaan, en pindasaus of satesaus.
De satesaus kun je natuurlijk kan en klaar uit pot of fles gebruiken, je kunt de saus echter ook vrij simpel zelf maken. Gebruik je de kant en klare pindasaus of satesaus, kijk dan wel goed of je de juiste versie koopt.
Niet iedereen zal de pikante versie bijvoorbeeld lekker vinden.
Ontdoe de bananen van de schil. Bij het snijden kun je kiezen of je de bananen één keer in de lengte wilt doorsnijden, en deze halveren, of liever de bananen in schijven snijden (niet te dun). Beide is goed, alleen snij de schijven voor de sier schuin af als je liever schijven gebruikt.
Zelfrijzend bakmeel, frisdrank, suiker en zout mengen, en roeren tot een glad beslag.
Olie in een grote pan, je kunt ook een friteuse gebruiken, en heet laten worden.
Dompel de bananen in het beslag, overtollig beslag af laten druipen, en in de hete olie goudbruin laten bakken.
Op een bordje leggen met keukenpapier, om de vettigheid er uit te laten trekken.
Maak de pindasaus of satesaus warm.
Je kunt dit los bij de baka bana serveren, maar er ook over heen strijken.
Een andere variant is de banaan gewoon in een koekepan te bakken.
In principe kun je daarbij het beslag weglaten, en de schijven banaan zo bakken.